ja

ja
{{ja}}{{/term}}
[m.b.t. bevestiging] oui; 〈na een ontkenning〉 si
[m.b.t. berusting; ook als versterking] mais oui
[als aanknoping] à propos
[m.b.t. verwondering] vraiment?
[m.b.t. ergernis] et alors
voorbeelden:
1   ja knikken faire oui de la tête
     〈zelfstandig〉 nee heb je, ja kun je krijgen ça ne coûte rien de demander
     ja zeggen tegen iets dire oui à qc.
     〈figuurlijk〉 ja zeggen tegen het leven faire preuve d'optimisme
     een ja un oui
     op alles ja en amen zeggen dire amen à tout
     〈ironisch〉 ja, dat kun je denken! non mais, qu'est-ce que tu t'imagines!
2   och ja, zo gaat dat mais oui, c'est comme ça
3   o ja, nu je er toch bent … à propos, puisque tu es là …
4   ja, weet u dat zeker? vraiment, vous en êtes sûr?
5   ja, wat schieten we daar nu mee op? et alors, à quoi cela nous avance-t-il?

Deens-Russisch woordenboek. 2015.

Игры ⚽ Поможем сделать НИР

Share the article and excerpts

Direct link
Do a right-click on the link above
and select “Copy Link”